De levende natuur omvat de levende organismen, zoals planten, dieren en de mens en hun invloed op de aarde.
Hoewel de mens tot de natuur behoort, wordt de menselijke invloed, het kunstmatige, vaak tot de cultuur en niet tot de natuur gerekend.
'Natuurlijk' wordt ook wel tegenover 'bovennatuurlijk' geplaatst. Wildernis is 'ongerepte natuur',
landschappen waarin door de mens niet of nauwelijks waarneembaar is ingegrepen.
De niet-levende natuur omvat onder meer atomen, chemische stoffen,
meteorologische, geologische en geomorfologische processen, straling, het buitenaardse,
de materie en energie waar dit alles uit bestaat en de relaties hiertussen.
Een lexicon biedt feitelijke kennis over het met dat woord aangeduide onderwerp,
verklaart het belang en de ontwikkeling ervan, verhaalt hoe het onderwerp zich verhoudt tot
een meer algemeen kennisgebied en verwijst naar eventuele onderdelen, afgeleiden en deelgebieden.
Een woestijn in China, hoge duinen, erg droog, en desondanks veel meren. Het water daarvan komt van een ondergrondse rivier, die vanuit een gebergte onder de woestijn door loopt.